Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word op iemand zitten hakken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(houwen; kappen) | ; ; hack ; hew | |
🔗 Toen hakte hij er de zijtakken af en hakte de stam in korte stukken. |
Dutch | English |
---|---|
op iemand zitten hakken | ⇆ nag at somebody; ⇆ peck at somebody |
hakken | ⇆ chop; ⇆ cut; ⇆ cut up; ⇆ hack; ⇆ hash; ⇆ hash up; ⇆ hew; ⇆ nag; ⇆ slash; ⇆ mince |