Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word oorwas

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(hengsel)
🔗 Hij vond wat bordjes en kopjes zonder oor, maar geen geld.
🔗 In hun oren dreunt nog het orgel.
🔗 Toen hij zijn oor bij de opening bracht, kon hij duidelijk de stem van heer Ollie horen.
(spoeling; wassing)
washing
(opgang; opkomst)
🔗 Was is duur.
(hausse; stijging)
🔗 Door de nog steeds aanhoudende was der grote rivieren begint men nu, wat Nijmegen en omgeving betreft, op verschillende plaatsen ernstige hinder en schade te ondervinden.

DutchEnglish
oorwas ear‐wax
oor ear; handle; lug; lughole; dog’s‐ear
was beeswax; growth; laundry; linen; wax; wash; washing; rise