Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onvolwassen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(groot; volgroeid);
full‐grown
;
🔗 Zijn slachtoffer was toen een volwassen vrouw.

DutchEnglish
onvolwassen half‐grown; immature; not full‐grown
volwassen adult; full‐grown; fully fledged; grown; grown‐up; matured