Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onsmakelijk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(onverkwikkelijk)
disgusting
;
;
disgusting
;
nauseous
;
sickening
;
🔗 Mijn goede vriend Iolo, wat doet u hier in zulk onsmakelijk gezelschap?
(lekker)
tasty
;
🔗 Vond je meesteres het smakelijk?
lively
;

DutchEnglish
onsmakelijk distasteful; unpalatable; unsavoury
onsmakelijkheid unsavouriness; unpalatableness
smakelijk flavorous; fruity; palatable; relishable; relishing; tasty; toothsome; sapid; savoury; savourily; tastily; with relish