Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ongelijk hebben

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(het mis hebben)
🔗 Jullie hebben allebei ongelijk, al verwacht ik niet dat je dat gelooft.
different
malegala
(hobbelig; oneffen)
bumpy
dissimilar
malsimila
different

DutchEnglish
ongelijk hebben be in the wrong; be wrong
ongelijk disparate; dissimilar; incommensurate; incongruous; irregular; patchy; ragged; unequal; unequally; uneven; unlike