Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word officier

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Ten tweede wezen de woorden van die Mexicaanse officier op een komende overval.
public prosecutor
🔗 Dat zou door de officier van justitie tegen meneer Tannahill gebruikt kunnen worden.
(adjudant)

DutchEnglish
officier commissioned officer; military officer; officer
eerste officier chief officer
officier van de wacht officer of the watch
officier van justitie director of public prosecution; district attorney; public prosecutor; DA
beroepsofficier regular officer
dekofficier warrant‐officer
marineofficier naval officer
officiersrang officer’s rank
opperofficier general officer
ordonnansofficier orderly officer; aide‐de‐camp
reserveofficier reserve officer
stafofficier brass hat; red hat; staff‐officer
verbindingsofficier liaison officer; signals officer
vlagofficier flag‐officer