Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word node

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(tegen heug en meug; met tegenzin)
(nodig hebben);
🔗 Ik zou je op dit moment eigenlijk moeten doden, maar we hebben je kennis nog van node.
(nodig hebben)
🔗 Ik heb nachtlogies van node.
(onnodig)
needless
;

DutchEnglish
node reluctantly
van node hebben be in need of; stand in need of
nodeloos gratuitous; needless; needlessly; unnecessary