Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word mogelijkheid
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (kans) | ||
🔗 Ik zie maar één mogelijkheid. | ||
🔗 Goed dan, die mogelijkheid geef ik toe. | ||
| (onmogelijk) | impossibly | |
🔗 Ze kunnen er met geen mogelijkheid uit. | ||
| (bruikbaarheid; geschiktheid) | usefulness | |
🔗 In plaats daarvan wil het een beeld geven van de gebruiksmogelijkheden van de computer in het dagelijks leven. | ||
impossibility | ||
🔗 Het gat zou zich opeens bewust kunnen worden van zijn eigen onmogelijkheid en dichtvloeien. | ||
impossibility | ||
🔗 Hij bleef liggen waar hij lag, want staan behoorde tot de onmogelijkheden. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| mogelijkheid | chance; contingence; contingency; eventuality; facility; possibility; potentiality; practicability |
| de mogelijkheid bestaat | there is a possibility |
| met geen mogelijkheid | not by any possibility |
| met geen mogelijkheid kunnen we … | we cannot possibly … |
| onmogelijkheid | impossibility |
| uitwijkmogelijkheid | opportunity to escape; alternative |