Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word maatstok
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(dirigeerstok) | baton | |
(kameraad; kornuit; makker; gabber) | ; companion ; | |
🔗 En u wilt niet zeggen wie uw maat is? | ||
(gezel; kameraad; kornuit; makker; metgezel; partner) | companion ; ; | |
🔗 Gerrit had wel gemerkt dat zijn oom even aarzelde voordat hij zij dat zijn maats wel te vertrouwen waren, maar hij zei niets. | ||
(grootte; mate) | measure ; measurement ; | |
baton ; ; ; | ||
🔗 Anacho porde met een stok in het vuur. | ||
stok | talono |
Dutch | English |
---|---|
maatstok | ⇆ baton; ⇆ conductor’s baton; ⇆ foot‐rule; ⇆ rule; ⇆ yardstick |
maat | ⇆ admeasurement; ⇆ beat; ⇆ buddy; ⇆ fellow; ⇆ fitting; ⇆ gauge; ⇆ mate; ⇆ maty; ⇆ measure; ⇆ measurement; ⇆ moderation; ⇆ number; ⇆ partner; ⇆ tempo; ⇆ workmate; ⇆ scantling; ⇆ size; ⇆ time; ⇆ bar; ⇆ metre; ⇆ comrade; ⇆ companion; ⇆ yoke‐fellow |
stok | ⇆ billy; ⇆ cane; ⇆ counterfoil; ⇆ pole; ⇆ roost; ⇆ staff; ⇆ stick; ⇆ baton; ⇆ walking‐stick; ⇆ perch; ⇆ truncheon; ⇆ stock |