Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word levenwekkend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Leve de koningin!
🔗 De Russische leider leeft in een andere werkelijkheid.
🔗 Het leven ligt voor je!
🔗 Wees blij dat u nog leeft!
(geraas; kabaal; lawaai; rumoer);
🔗 Van het concert des levens krijgt niemand een program.
🔗 Er zat beslist weinig leven meer in de man.
(opwekken; wakker maken); ; ; ;
🔗 Ik zal Roland maar wekken.

DutchEnglish
levenwekkend life‐giving; vivifying
leven animation; animus; din; exist; jazz; noise; life; live; living; racket; subsist; vitality
wekken arouse; awake; awaken; call up; cause; create; evoke; excite; knock up; provoke; raise; wake; rouse; waken