Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word levensdrang

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aandrang; aandrift; impuls; opwelling)
🔗 Arflane onderdrukte de drang haar meteen te volgen.
(douw; duw; stoot; zet)
🔗 Zonder zich aan Tom Poes te storen, trad de verpleger op heer Bommel toe en voerde hem met zachte drang naar de deur.
🔗 Leve de koningin!
🔗 De Russische leider leeft in een andere werkelijkheid.
🔗 Het leven ligt voor je!
🔗 Wees blij dat u nog leeft!
(geraas; kabaal; lawaai; rumoer);
🔗 Van het concert des levens krijgt niemand een program.
🔗 Er zat beslist weinig leven meer in de man.

DutchEnglish
levensdrang life‐force; vital force; vital urge
drang drive; press; pressure; push; urge; urgency; impulse
leven animation; animus; din; exist; jazz; noise; life; live; living; racket; subsist; vitality