Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word lerend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bijbrengen; onderrichten; onderwijs geven; onderwijzen)
🔗 En zou je me dan magie leren?
(aanleren)
🔗 Ik moet hun taal leren spreken.
(onderwijzen)
🔗 We zullen hem leren dat men in dit land zachtmoedig en aardig tegen zijn naaste moet zijn!

DutchEnglish
lerend preceptive
leren con; learn; leathern; teach