Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word lener

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Geld lenen kost geld.
(lenen aan)
lend
🔗 U hebt meneer Van Genugten geld geleend.
(borgen; uitlenen)
lend
;
🔗 Je mag me ook wel een paar sokken lenen.

DutchEnglish
lener borrower; lender
lenen borrow; borrowing; lend; loan; lend to