Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word krukas

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(spil);
spindle
🔗 Het draaide rond om een as en een deel van de vloer vóór de muur wentelde mee.
;
🔗 Alleen de as gloeide nog.
(drijfas)
🔗 Allereerst werd de apparatuur aangebracht om de walvis om zijn as te laten draaien.
(zwengel)
🔗 Toen Farid hem vrijdag sprak, was hij net ontslagen uit het ziekenhuis en liep hij op krukken.
(stoffel; sukkel)
maladroit
(taboeret)

DutchEnglish
krukas crank‐shaft
as ash; ashes; axis; axle; axle‐tree; cinder; cinders; spindle; shaft; arbor; embers
kruk crank; crutch; duffer; handle; stool; tabouret; bungler; winch