Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word krompraten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(brabbelen; lallen)
babble
;
fuŝparoli
(gebogen);
curved
awry
🔗 De drie metgezellen keerden door de kromme straten van Coad terug naar het hotel.
tortional
torda
(gebogen)
fleksita
(babbelen; keuvelen; kouten)
🔗 De kleine man praatte en praatte.
(spreken)
🔗 Hij praat altijd zo onduidelijk.
(spreken)
🔗 Met wie praat jij daar?
(spreken);
🔗 Hoe komt het dat u zo goed Engels praat?

DutchEnglish
krompraten talk brokenly
krom awry; bent; cramp; crumpled; round‐shouldered; skew‐whiff; out of the straight; crooked; curved
praten confabulate; discourse; speak; talk; talking; chat; prate