Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word koud

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kil); ;
🔗 De pap wordt koud!
(kil)
🔗 „Ik begrijp het maar al te goed”, zei de edelman koud.
(om zeep brengen); ;
🔗 Heb jij die soldaat koud gemaakt?
(ijzig)
🔗 Het was nog vroeg, op een heldere, ijskoude ochtend.
(gangreen)

DutchEnglish
koud bleak; chill; cold; frigid; frozen; hardly; parky; scarecely
het koud hebben be cold
iemand koud maken do away with somebody
ik heb het koud I’m cold
ik werd er koud van it made my blood run cold
koud maken chill; refrigerate; waste
bitterkoud perishing
ijskoud algid; chilling; freezing; gelid; ice‐cold; icy; stony; cold as ice; icy cold; frigid; icily; frigidly; quite coolly; as cool as a cucumber
koudbloedig cold‐blooded
koudgreep insulated handle
koudjes coldish; coldly
koudvuur gangrene; mortification
koudwatervrees cold feet
steenkoud stone‐cold
waterkoud damp cold