Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word koperwerk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
purchaser
🔗 Het klakkeloos opvolgen van de adviezen van een financieel tussenpersoon, van wie je weet dat hij meer verdient als hij je een zo hoog mogelijke hypotheek aanpraat, mag een koper alleen zichzelf aanrekenen.
(afnemer);
purchaser
(roodkoper)
🔗 Het blad lag vol kaarten en vreemde instrumenten van koper en kristal.
handiwork
🔗 Dit is het werk van de Heilige Geest.
(arbeid; emplooi; karwei);
🔗 Ik was nog niet tot werk in staat.
tow
;
oakum
(boekwerk; opus)
🔗 Naast al deze geschreven werken bevatte de grote bibliotheek echter nog veel meer.

DutchEnglish
koperwerk brassware
koper buyer; copper; purchaser; vendee
werk avocation; business; char; chore; doing; employ; employment; fabric; job; labour; motion; oakum; opus; performance; pursuits; work; stint; tow