Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word koninklijk
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(vorstelijk) | regal ; ; kingly | |
🔗 Het lijkt wel een koninklijk staatsbezoek. | ||
🔗 Je staat voor de koning! | ||
(heer) | ||
🔗 Ze legde een koning op een lege plaats, een rode zeven op een zwarte acht, verlegde snel een aantal kaarten en leunde toen met een zucht van voldoening achterover in haar stoel. |
Dutch | English |
---|---|
koninklijk | ⇆ in a kingly way; ⇆ in regal splendour; ⇆ kinglike; ⇆ kingly; ⇆ regal; ⇆ regally; ⇆ regius; ⇆ royal; ⇆ royally |
koninklijk besluit | ⇆ order in council |
koninklijk huis | ⇆ royal family |
van koninklijke afkomst | ⇆ royally descended |
koning | ⇆ king; ⇆ kingpin |