Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kindergeneeskunde

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
paedriatrics
medicine
🔗 De vrouw van Honkkala, een van de knechts, had verstand van geneeskunde, maar zag meteen dat hier niets meer kon worden gedaan.
medicine
🔗 In 1728 werd hij toegelaten tot de universiteit van Angers, waar hij geneeskunde, astronomie en botanie studeerde.
medicine
;
infant
;
🔗 Heb ik je als kind te veel geslagen?
(koter)
🔗 Het huis en het omvangrijke fortuin dat mijn vader nagelaten moest hebben, waren mijn erfdeel, want ik was enig kind, net als hij.

DutchEnglish
kindergeneeskunde paediatrics
geneeskunde medicine; physic; medical science
kind baby; bairn; chick; child; infant; kid; babe; little one