Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kersttijd

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kerstmis; kerstfeest)
🔗 Voorheen vierde het land kerst net als Rusland op 7 januari.
🔗 De tijd heelt alle wonden.
(wijle; poos);
🔗 Talrijke eilanden verdwenen na korte tijd weer in zee.
(wijl);
🔗 Wij nemen u mee op een reis door de tijd.
(tijdsduur);
🔗 De tijd van deze hier was net begonnen.
🔗 In Portugal wordt de Westeuropese tijd aangehouden.
🔗 Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.
🔗 Daar had hij geen tijd voor.
🔗 Zedenmeesters zijn van alle tijden.

DutchEnglish
kersttijd Christmas time; Yule; Yule tide
kerst Christmas
tijd age; day; days; period; time; space; tense; tide; while; season; stretch