Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kennisleer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(epistemologie; kennistheorie; kenleer)
epistemology
(bekendheid; kunde);
🔗 Zijn kennis van de zaak is oppervlakkig, zoals u zult vernemen.
(kunde; medeweten; weten)
🔗 Want hoe groot zijn kennis ook moge zijn, zij moet een bron hebben.
(bekende)
🔗 Is hij mogelijk een kennis van je?
(doctrine; geloofsleer)
doctrine
;
tenet
🔗 Dat zijn allemaal ketters en hun leer is vals!
(leder)
🔗 Voor het altaar lagen twee zakken van oud leer.

DutchEnglish
kennisleer epistemology
kennis acquaintance; acquirements; cognition; cognizance; education; information; knowledge; lore; scholarship; science; know‐how
leer apprenticeship; doctrine; ism; leather; teaching; teachings; tenet; ladder; theory