Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kaasboer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(landman; plattelander; boerenkinkel);
countryman
(oprisping);
burp
;
🔗 Aangezien het hoogste paar telt, wint speler 2 met de boeren.
🔗 „Het is een drama”, verzucht boer Henk Nieboer uit Zuidbroek.
🔗 Hij at brood en kaas.

DutchEnglish
kaasboer cheese‐maker; cheesemonger
boer belch; boor; burp; churl; countryman; eructation; farmer; jack; knave; peasant; rustic; yokel
kaas cheese