Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word jongelui
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
young one | ||
🔗 Een dag na het ringen vond ik een jong dood op de bodem van de kooi. | ||
(jeugdig) | ; | |
🔗 Was ik nog maar jong! | ||
(vrijgezel) | ||
🔗 „Het zal vandaag nog mooier zijn”, viel de jonkman haar in de rede, die met ongeduld scheen te luisteren. | ||
(lieden; mensen; volk) | ||
🔗 Rijke lui zoals u hebben het moeilijk, meneer. | ||
; idle | ||
🔗 Zijn Russen lui? | ||
lazily | ||
🔗 Achter de balie stond een leunstoel, en daarop lag een jongen van vijf‐, zestien lui uitgestrekt, | ||
(gerieflijk; gemakkelijk; geriefelijk) | accommodative ; ; | |
🔗 Hij bracht de rest van de nacht door op de luie stoel. |
Dutch | English |
---|---|
jongelui | ⇆ young people |
jong | ⇆ baby; ⇆ cub; ⇆ infant; ⇆ juvenile; ⇆ young; ⇆ youthful; ⇆ young one |
lui | ⇆ slothful; ⇆ sluggish; ⇆ bods; ⇆ crowd; ⇆ idle; ⇆ idly; ⇆ lazily; ⇆ lazy; ⇆ otiose; ⇆ remiss; ⇆ people; ⇆ folks; ⇆ comfy |