Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word iemand op iets aankijken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(aanzien; beschouwen; bekijken; kijken naar; bezien) | ; | |
🔗 Ze keek hem met een warme glimlach aan. |
Dutch | English |
---|---|
iemand op iets aankijken | ⇆ blame somebody for something |
aankijken | ⇆ eye; ⇆ eyeball; ⇆ look at |