Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word huwbaarheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
marriageable
🔗 Toen dezen hem de betekenis van de droom verklaard hadden, schrok hij zo hevig dat hij het meisje toen ze huwbaar was niet aan een man uit Medië uithuwelijkte maar aan een Pers, wiens naam Kambyses luidde.

DutchEnglish
huwbaarheid marriageable age; marriageableness; nubility
huwbaar marriageable; nubile