Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hoteleigenaar

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De eigenaar stond enkele ogenblikken sprakeloos.
🔗 Logeerde ze hier in het hotel?

DutchEnglish
hoteleigenaar hotel owner
eigenaar master; owner; possessor; proprietor
hotel hotel