Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word het oor lenen aan

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Geld lenen kost geld.
(lenen aan)
lend
🔗 U hebt meneer Van Genugten geld geleend.
(borgen; uitlenen)
lend
;
🔗 Je mag me ook wel een paar sokken lenen.
(hengsel)
🔗 Hij vond wat bordjes en kopjes zonder oor, maar geen geld.
🔗 In hun oren dreunt nog het orgel.
🔗 Toen hij zijn oor bij de opening bracht, kon hij duidelijk de stem van heer Ollie horen.

DutchEnglish
het oor lenen aan give ear to; lend an ear to; lend ear to
lenen borrow; borrowing; lend; loan; lend to
oor ear; handle; lug; lughole; dog’s‐ear