Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word heren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(meester; patroon);
🔗 Zeg heer Cizante dat ik belangrijke inlichtingen breng.
(gentleman)
🔗 Laten we dit regelen als heren onder elkander.
(heerschap; meneer);
gent
;
🔗 Heren, het eten is opgediend.
(heerschap; meneer; sinjeur; heer);
gent
; ; ;
🔗 Als de here God zo graag een kathedraal wil, laat hij hem dan zelf bouwen.

DutchEnglish
heren gents
heer army; gent; gentleman; king; laird; liege; lord; master; sovereign; Mr.; host