Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word heks

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kol; tovenares; toverheks; toverkol);
sorceress
🔗 Die priesteressen zijn heksen.
(toveren)
bewitch
; ;
enchant
🔗 Die vroeg aan Nol of de inspecteur soms dacht hij, de overste, heksen kon.
bedlam
enchanter’s‐nightshade
enchanter’s‐nightshade
pariza cirkeo
(duivelskunstenaar; tjsoener; tovenaar; toveraar)
enchanter
; ; ;
warlock
;
wizard
green spurge
;
leafy spurge
witches’ sabbath
sorĉistina orgio
(tovenarij; toverij)
sorcery
;
witchcraft
🔗 Het was of er hekserij in het spel was.
(heks; kol; tovenares; toverkol)
🔗 Dat is tegenwoordig misschien een serieuze studie, maar in de jaren dat ik op de universiteit zat, leek het wel een opleiding tot toverheks.

DutchEnglish
heks beldam; charmer; hag; hell‐cat; hex; sorceress; vixen; witch
heksen use witchcraft; practise sorcery
heksenbezem witches’ broom
heksenjacht witch‐hunt; witch‐hunting
heksenketel witches’ cauldron; chaos
heksenkring fairy ring
heksenmelk green spurge; leafy spurge
heksenproces trial for witchcraft; witch trial
heksensabbat coven; witches’ sabbath
heksenwerk sorcery; witchcraft; witchery
hekserij sorcery; witchcraft; witchery
toverheks charmer; witch