Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word halfdonker

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
halfdonker (halfduister)	dusk ; twilight ; evening twilight	krepusko
🔗 Toen ik weer bijkwam, lag ik in het halfdonker op dikke dekens.
halfdonker	dim	krepuska
🔗 Ook Byzant nam afscheid van Rhialto, die in een halfdonkere nis opzij van de zaal ging zitten.
donker	swarthy	malpala
donker (donkerte; duister; duisterheid; duisternis; obscuriteit)	darkness ; dark ; obscurity	mallumo
🔗 Het is het beste dat wij in het donker verdergaan.
donker (duister)	dark ; dim	malluma
🔗 Het werd donker.
donker (somber)	dark ; dim ; gloomy ; obscure	malhela
donker (betrokken; somber)	dismal ; dreary ; disturbed	malserena
donker (obscuur; onbekend; duister)	obscure ; dark	obskura
donker (somber)	sombre	sombra
half (half en half)	half	duone
🔗 Ik was al half van mijn stoel opgestaan.
half	half	duona
🔗 Ditkeer bleef hij bijna een half uur weg.

Dutch	English
halfdonker	⇆ semi‐darkness
donker	⇆ black; ⇆ blear; ⇆ brown; ⇆ dark; ⇆ darkling; ⇆ darkly; ⇆ darkness; ⇆ dim; ⇆ dun; ⇆ dusk; ⇆ dusky; ⇆ gloomy; ⇆ glummy; ⇆ grave; ⇆ murky; ⇆ obscure; ⇆ obscurity; ⇆ opaque; ⇆ sombre; ⇆ Stygian; ⇆ swarty; ⇆ tenebrous; ⇆ sable; ⇆ sad; ⇆ subfusc; ⇆ swart; ⇆ swarthy; ⇆ darksome; ⇆ lightless
half	⇆ half; ⇆ mid‐