Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word haar op de tanden hebben
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
tuft of hair ; villus | ||
(heur) | ||
🔗 Haar gezicht stond ernstig. | ||
🔗 Het was voor de andere kooplieden om zich de haren uit het hoofd te trekken. | ||
🔗 Uw haar is nu heel kort. | ||
(haren) | ||
🔗 Haar haren waren dof en vuil geworden en lagen verward over haar gezicht en schouders. | ||
(hun) | ||
🔗 Laat een ander er zijn tanden in zetten. | ||
Dutch | English |
---|---|
haar op de tanden hebben | ⇆ be a tough customer; ⇆ have a sharp tongue |
haar | ⇆ hair; ⇆ her; ⇆ its; ⇆ nap; ⇆ their |
tand | ⇆ cog; ⇆ jag; ⇆ prong; ⇆ tooth; ⇆ tine; ⇆ spike; ⇆ sprocket; ⇆ tusk |