Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word godvrezend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(devoot; vroom; godvruchtig)
pious
;
god‐fearing
🔗 De arme jongen was zeer eenvoudig en godvrezend.
(godheid);
divinity
🔗 Dat is de wil van de goden.
🔗 Reis morgen met God.
(bang zijn; bang zijn voor; duchten; schromen; vrees koesteren voor);
🔗 En waarom vreest ge die?
(bang zijn)
🔗 Zoals ik al vreesde!

DutchEnglish
godvrezend god‐fearing; pious
god divinity; god
God God; the Lord
vrezen apprehend; doubt; dread; fear; be afraid of