Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word goddeloos

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
impious
;
godless
;
profane
;
malpia
🔗 Het waren goddeloze mannen.
godless
;
impious
(godheid);
divinity
🔗 Dat is de wil van de goden.
godlessness
;
wickedness
🔗 Zo stelde hij dat moslims niet in het Amerikaanse congres zouden mogen zitten, wilde hij homoseksualiteit strafbaar stellen en noemde hij de aanslagen op 11 september 2001 een straf van God voor de goddeloosheid van de VS.

DutchEnglish
goddeloos godless; godlessly; impious; impiously; profane; reprobate; ungodly; unhallowed; unholy; wicked
god divinity; god
goddeloosheid impiety; profanity; godlessness; ungodliness; wickedness