Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gif‐

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gift; venijn; vergif; vergift)
poison
;
venom
🔗 Verlaat u zich op mij voor uw giffen!
(vergif; vergift)
toxic substance
(toxine)
toxin
🔗 De gifstof in deze plant heet tomatine.
poison ivy
;
eastern poison ivy
venena sumako
(muizengift)
rat‐poison
(antidotum)
🔗 Zijn beet is binnen een uur dodelijk als er geen tegengif wordt toegediend.
(gif; vergift)
toxic substance
(gif; gift; venijn; vergift)
poison
;
venom
🔗 Er moet vergif aan die dolk gezeten hebben.
🔗 Internationale experts stelden later vast dat hij was vergiftigd met een zenuwgif, mogelijk het werk van de Russische geheime dienst.

DutchEnglish
gif poison; venom; virus
gif‐ poisonous; venomous
gifbelt toxic‐waste dump
gifblaas venom bag
gifgas poison gas
gifkikker cross‐patch; hothead
gifklier poison‐gland
giflozing dumping of toxic waste
gifmenger poisoner
gifplant poisonous plant
gifslang poisonous snake
gifstof toxin
gifsumak poison ivy; eastern poison ivy
giftand fang; poison‐fang
gifvrij non‐poisonous
lijkegif ptomaine
muizengif rat‐poison
tegengif antidote; antitoxin; counterpoison; mithridate
vergif bane; poison; venom; virus
zenuwgif neurotoxin