Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geloofsafvallige

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afvallige; apostaat; geloofsverzaker)
🔗 Ze redeneerden dat het Algerijnse regime bestond uit geloofsafvalligen, die volgens de sjaria de dood verdienden.
(geloofsverzaker)
🔗 Woudiver begon Anacho te verwijten dat hij een afvallige was.
deserter
;
renegade
(renegaat)
renegade
;
turncoat
;
🔗 In die jaren was er al niet zoveel meer van mijn geloof over.
(godsdienst; religie)
🔗 Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duvel tussen.

DutchEnglish
afvallige apostate; backslider; defector; deserter; recreant; renegade; renegado; seceder; turncoat
geloof belief; trust; credence; credit; creed; faith; persuasion; religion