Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word gebulk
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
bawling ; bellowing ; lowing | ||
🔗 Het was zijn werkelijke naam, maar Ola was niet bijster pienter en als hij geroepen werd, droeg men er zorg voor dat het klonk als het gebulk van een koe. |
Dutch | English |
---|---|
gebulk | ⇆ bawling; ⇆ bellow; ⇆ bellowing; ⇆ lowing; ⇆ roar |