Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word eruit!

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(naar buiten)
(aldaar; daar)
🔗 Zijn er meisjes?
(op; van; vanuit);
🔗 Hij liep snel het hotel uit.
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens); ; ;
🔗 Dat deed hij uit berekening.
(over; voort; weg; verwijderd);
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit.
;
🔗 De lampen waren uit.

DutchEnglish
eruit! get out!; off!; off with you!; out!
eruit! get out!; off with you!; off!; out!
eruit from it; out of it; out
eruit komen work it out
eruit liggen be in the doghouse; be eliminated
eruit vliegen get the sack; get tossed out on one’s ear
er there
uit done; for; forth; off; out; out of; over; through; in a spirit of; from; from among; in