Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word eng

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(griezelig)
🔗 Ik vind kevers zulke enge beesten.
(bekrompen; krap; nauw; smal)
🔗 Dit is het engste punt in de doorgang tussen Vancouver en het vasteland.
(benauwd; krap)
🔗 In de enge ruimte werden ze door hun numerieke overwicht alleen maar gehinderd.
(kleingeestig)
narrow minded
malgrandanima
pettiness

DutchEnglish
eng creepy; eerie; narrow; narrowly; strait; tight; uncanny; weird
in engere zin in the narrow sense
doodeng creepy; eerie
engerd creep
enghartig narrow‐minded
engheid narrowness; tightness
engte defile; neck; strait; narrow passage; narrowness
verengen narrow