Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ellendeling

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(slechtaard); ; ;
trickster
;
rascal
;
(smeerlap)
lowlife
;
scoundrel
;
villain
🔗 Daar zul je voor betalen, ellendeling.
(misère; narigheid; nood)
misery
;
wretchedness
🔗 Het is afgelopen met de ellende

DutchEnglish
ellendeling blighter; caitiff; miscreant; wretch
ellende agonies; bale; calamity; distress; misery; miseries; wretchedness