Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word een afspraak maken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(afspreken) | make an appointment | interkonsenti rendevuon |
🔗 Het was zuiver een verzoek geweest om een afspraak te maken, en niets had verraden wat er achter het verzoek lag. | ||
(akkoord; schikking; verbintenis) | ||
🔗 Niemand weet of een nieuwe leider de gemaakte afspraken zal nakomen. | ||
(rendez‐vous) | ; ; rendez‐vous | |
🔗 Of moeten we eerst een afspraak maken? |
Dutch | English |
---|---|
een afspraak maken | ⇆ make an appointment |
afspraak | ⇆ agreement; ⇆ appointment; ⇆ arrangement; ⇆ assignation; ⇆ bargain; ⇆ convention; ⇆ date; ⇆ engagement; ⇆ rendez‐vous; ⇆ tryst; ⇆ understanding |