Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dwarszitten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(belemmeren; hinderen; derangeren)
disturb
;
hinder
; ; ;
encumber
;
hassle
;
irritate
;
inconvenience
;
🔗 Hij zit me een beetje dwars.
(lastig vallen; hinderen)
vex
; ; ; ; ;
🔗 Die herinnering zat Arutha nog steeds dwars.
(koppig)
perverse
spitema
transverse
(kruiselings)
crosswise
transverse
🔗 Ze steken de straat dwars oven.
(poseren); ;
pass oneself off
pozi
🔗 José zat ook naar hem te kijken.
(wezen; zijn)
🔗 Zit er brandstof in de tank?

DutchEnglish
dwarszitten bother
dat zit hem dwars that sticks in his gizzard; that annoys him
iemand dwarszitten put somebody’s nose out of joint; cross somebody; thwart somebody
dwars abeam; across; athwart; bloody‐minded; contrary; perverse; pigheaded; transverse; wayward; wrong‐headed; stroppy; cross‐grained
zitten be inside; do; sit; be seated; set; do time; be