Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word draagwijdte

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(schootsafstand; dracht)
range
range
(bereik; draagkracht)
range
; ;
put up with
; ;
carry away
;
(voeren; voorhebben);
🔗 Kun je lopen of moet ik je dragen?
(ondersteunen; schoren; schragen; steunen);
(aanhebben)
🔗 Waarom draagt u dan handschoenen?
;
🔗 Ik draag je naar bed.
🔗 Ze gaan een eigen leven leiden en moeten zelf de gevolgen dragen van hun daden.
(bij zich hebben);
🔗 Ik draag geen horloge.
wijdte
(ruimheid; uitgebreidheid; uitgestrektheid)
expanse
;
vastness

DutchEnglish
draagwijdte bearing; distance; gunshot; range; significance
dragen abide; bear; bearing; carry; convey; discharge; poise; range; tote; waft; wear; suffer; support; sustain
wijdte ampleness; amplitude; bore; space; width