Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dot

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
; ; ; ;
hunk
;
wad
🔗 Toen hij klaar was, gooide hij de dot op de grond.
(bos; bosje; kuif; pluk)
tuft
(hartedief; lieverd; schat; snoes)
darling
🔗 Je was een dot van een baby.

DutchEnglish
dot bob; darling; dear; knot; tuft
een dot van een kind a duck of a child