Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word doorgeefkast

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(laten rondgaan)
circulate
;
move about
;
get about
(aangeven; aanreiken; overbrengen; overgeven; overreiken; overdragen);
🔗 „Wat doe je in Engeland?” vroeg Biggles, terwijl hij Sandy de menukaart doorgaf.
; ;
🔗 Ik zette mijn tas naast mijn stoel en liep naar de kast.
(bak; kist; schrijn);
🔗 De kast van het uurwerk was ernstig ingedeukt en de ijzers stonden op kwart over een.

DutchEnglish
doorgeefkast two‐way cupboard
doorgeven hand on; pass; pass around; pass down; pass round; relay; transmit; pass on; hand down
kast bin; box; cabinet; case; cupboard; den; digging; digs; joint; press; wardrobe; chest; bookcase; diggings; quod