Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word de vruchten plukken van

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afplukken);
pluck
deŝiri
(afplukken; tokkelen);
pluck
pluki
🔗 Pluk ze gauw, want ik voel me erg zwak.
🔗 In de buurt stonden veel bomen die grote, harde vruchten droegen.

DutchEnglish
de vruchten plukken van reap the fruits of
plukken rook; cull; deplume; gather; pick; pluck; fleece
vrucht fruit; offspring; product