Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word datgene

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(dat)
🔗 Ik moet datgene doen wat u bij onze eerste ontmoeting zo streng afkeurde?
🔗 Wist u dat u het zou halen?
(datgene; hetgeen; zulks)
🔗 Ik weet niet wat dat is!
; ; ;
🔗 Misschien was ze wel wat gepikeerd dat hij haar opbelde, alsof hij haar controleren wilde.
; ;
🔗 Ik kan mezelf wel een schop geven dat ik zo idioot ben geweest die vent van het reisbureau te geloven.

DutchEnglish
datgene that
dat so; that; this; which; those; they