Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word broddelen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(knoeien; stuntelen; verhaspelen; verknoeien; verprutsen);
(knoeier; prutser)
(geknoei; knoeiwerk)
🔗 Ach, ach wat is hier een broddelwerk geleverd!
(geknoei)
blundering
🔗 Aangetrokken door het gebroddel van zijn leerling spoedde hij zich nader, en hij was juist op tijd om het houweel uit de handen van de sukkelaar over te nemen voordat het hem tussen de schouderbladen trof.

DutchEnglish
broddelen botch; bungle
broddelaar bungler; botcher
broddelwerk bungling; bungle; botch
gebroddel bungling; botch