Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word brandweer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(brandweerkorps)
fire‐brigade
;
fire department
🔗 Ga dan voor een raam staan waar de brandweer u kan zien.
(brandweerwagen);
🔗 De man prutste verder aan de brandweerauto.
firehouse
(brandweer)
fire‐brigade
;
fire department
;
fireman
🔗 Twintig brandweerlieden zoeken naar de vermisten.
(brandweerauto); ;
🔗 Na een paar minuten dook Herrgott Nöjd op aan de andere kant van de brandweerwagen.

DutchEnglish
brandweer fire‐brigade; fire department; fire‐service
vrijwillige brandweer volunteer fire‐brigade
brandweerauto fire‐engine; fire‐truck
brandweerkazerne fire station; fire‐brigade premises
brandweerman firefighter; fireman
brandweerwagen fire‐engine; fire‐truck; fire‐tender