Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bouwvallig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gammel; uitgewoond);
ramshackle
🔗 De commissaris groette kort en liet een afkeurende blik over het bouwvallige vertrek gaan.
(vervallen)
ruinous
ruina
(vervallen)
ruinous
ruiniĝinta
(puinhoop; ravage; ruïne);
🔗 Het is mijn plicht om deze bouwval af te zetten.

DutchEnglish
bouwvallig broken‐down; dilapidated; going to ruin; ramshackle; tumble‐down