Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word boerenwagen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(landman; plattelander; boerenkinkel) | ; countryman | |
(oprisping) | ; burp | |
; | ||
🔗 Aangezien het hoogste paar telt, wint speler 2 met de boeren. | ||
🔗 „Het is een drama”, verzucht boer Henk Nieboer uit Zuidbroek. | ||
(op het spel zetten; riskeren; in de waagschaal stellen) | hazard ; ; | |
🔗 Ik besefte wat ik waagde. | ||
carriage | ||
(kar) | ; | |
🔗 Het kraken van de wagen verwijderde zich. | ||
(zich vermeten) | ||
🔗 Tom Poes waagde het niet om zijn vriend opnieuw te storen. | ||
(durven; het wagen) | ; | |
(op het spel zetten) | gamble with | |
🔗 Hij bleef een paar minuten naar de Arabieren staren maar toen ze zich niet bewogen, besloot hij een kans te wagen. |
Dutch | English |
---|---|
boerenwagen | ⇆ farm cart; ⇆ farmer’s cart |
boer | ⇆ belch; ⇆ boor; ⇆ burp; ⇆ churl; ⇆ countryman; ⇆ eructation; ⇆ farmer; ⇆ jack; ⇆ knave; ⇆ peasant; ⇆ rustic; ⇆ yokel |
wagen | ⇆ adventure; ⇆ car; ⇆ carriage; ⇆ cart; ⇆ chance; ⇆ hazard; ⇆ risk; ⇆ truck; ⇆ van; ⇆ venture; ⇆ waggon; ⇆ dare; ⇆ vehicle; ⇆ coach |